Geschiedenis IJsland
De geschiedenis van IJsland gaat terug naar de 9e eeuw. Het begon allemaal in Noorwegen. Verschillende koninkrijkjes lagen geregeld met elkaar overhoop. Zo ook het koninkrijk van Harald Schoonhaar. Hij werd verliefd op Gyda, een koningsdochter. Zij was echter nogal brutaal en zei tegen Harald Schoonhaar dat ze alleen de man wilde trouwen die heel Noorwegen zou veroveren. Harald Schoonhaar was gekrengd en het lukt hem om het grootste deel van Noorwegen in bezit te nemen. Veel herenboeren werden onderdrukt door Harald Schoonhaar en besloten te vertrekken via zee. Zo kwamen ze uit op IJsland. Eén van de eersten die naar IJsland ging was Flóki en zijn familie, ongeveer 865 n. Chr.
Waarom de naam IJsland?
Het verhaal gaat dat de eerste bewoners de naam IJsland gaven, omdat ze een grote toestroom wilden beperken. Een land met alleen ijs klinkt niet aantrekkelijk. Echter toen de eerste IJslanders naar het met ijs bedekte Groenland gingen konden ze wel wat extra mensen gebruiken en gave ze de aantrekkelijk naam Groenland.
IJslandreis boeken? Bekijk de beste reisaanbieders!
De IJslands vrijstaat
In 930 werd in Pingvellir het Alping opgericht, een openbare wetgevende vergadering. Hier kwam het parlement elk jaar bijeen om nieuwe wetten te vervaardigen of verbeteren. De wetten werden meestal mondeling overgebracht. Ook kon iedereen ouder dan 12 zijn problemen voorleggen aan een rechtbank. In 1000 n. Chr. werd door het Alping het Christendom als officiële godsdienst erkend.
Na een periode van grote bloei volgde verval. De rechtspraak functioneerde niet meer en het land stond op de rand van een burgeroorlog. Een meerderheid van het Alping besloot in 1262 de Noorse koning trouw te beloven. Toen Noorwegen en IJsland in 1397 onder Deens bestuur kwam werd het er niet beter op. Er werden hoge belastingen ingevoerd en de pest teisterde IJsland. De Deense koning besloot in 1602 dat IJsland alleen mocht handelen met Denemarken. IJsland was inmiddels straatarm. Alles werd door Denemarken voor schijntje opgekocht. De 18e eeuw werd een absoluut dieptepunt. Een derde van de bevolking bezweek aan een pokkenepidemie. Ook talloze aarbevingen en vulkaanuitbarstingen zaaiden dood en verderf. Het Alping was inmiddels ontbonden.
In de 19e eeuw kwam er een opleving. In 1843 werd het Alping te Reykjavík weer opgericht. Zij het als adviserend lichaam. In 1854 werd de Deense handelsmonopolie opgeheven. Twintig jaar later kreeg IJsland zijn eigen grondwet en het Alping kreeg meer bevoegdheden. De werkelijke macht lag nog altijd in Deense handen. Desalniettemin kwam er langzaam groei in IJsland. Er werden wegen aangelegd en telefoonverbindingen. De visserij groeide uit tot belangrijkste industrie. In 1918 werd IJsland zelfstandig. Maar niet kort daarna in de Tweede Wereldoorlog werd IJsland door de Britten bezet, omdat ze bang waren dat het ingenomen zou worden door de Duitsers. In 1941 werden de Britten afgewisseld door de Amerikanen.
IJsland werd na het houden van een referendum in 1944 echt onafhankelijk en kreeg een eigen democratisch gekozen regering.
IJslandreis boeken? Bekijk de beste reisaanbieders!